Afgelopen vrij dag heeft het College Aruba financieel toezicht (CAft) in een persbericht bekendgemaakt dat Aruba aan de aanbevelingen zou hebben voldaan onder de voorwaarde dat het begrotingstekort in 2018 lager blijft dan het tekort van vorig jaar, de niet-belastingopbrengsten alsnog worden gerealiseerd en dat de personeelslasten in 2018 met minimaal 12 miljoen florin afnemen als onderdeel van een nog niet openbaar gemaakt personeelsplan. Voor de AVP-fractie was het zeker geen verassing dat de goedkeuring van het CAft gebaseerd was op binnenskamers gemaakte toezeggingen en uitgesproken intenties die nog in een begrotingswijziging dienen te worden geformaliseerd, aldus Statenlid Richard Arends (AVP).
Tijdens de behandeling van de begroting 2018 in april zijn na vijf nota’s van wijziging o.a. de personeelskosten met 12 miljoen florin toegenomen. “Deze uitgaven moeten de komende maanden dus worden terug gedraaid,” stelt Arends (AVP). Het feit dat het CAft deze expansieve trend onderstreept bevestigt de zorgen dat onze fractie tijdens de begrotingsbehandeling en de behandeling van de crisisheffing naar voren hebben gebracht. De uitgaven zouden in 2018 met 125 miljoen florin zijn toegenomen in vergelijking tot de voorlopige realisatie over het dienstjaar 2017. De lastenverzwaringen vanaf 1 juli 2018 zijn volgens het statenlid bestemd om ook deze uitgaven te financieren ongeacht de nadelige effecten voor de economie, bedrijven en de koopkracht van de burgers vanwege de onvolledige compensatie.
“Aan de hand van een gemiddeld brutosalaris binnen de overheid en het kort tijdsbestek waarin de overeengekomen kostenverlaging moet plaatsvinden kunnen we òf bijna 300 ontslagen dit jaar verwachten, òf een diepe snijbeurt in de secundaire voorwaarden van ambtenaren, zoals in hun pensioenen,” stelt Statenlid Arends. Aangezien het personeelsaantal in februari 2018 per saldo met 100 werknemers was toegenomen nadat – naar eigen zeggen van de regering — 300 in de voorafgaande maanden werden ontslagen, heeft Statenlid Arends de regering verzocht haar nieuwe ‘personeelsplan’ toe te lichten, alsmede om met een nieuw financieel kader te komen waarin de CAft-aanbevelingen hun weerslag vinden. Dit nieuw financieel kader zou volgens Arends de eerder gepresenteerde Financieel-Economisch Memorandum 2018-2021 (FEM) moeten vervangen. Deze wijzingen conform de andermaal door het CAft benadrukte aanbevelingen, moeten in ieder geval in een begrotingswijziging worden vastgelegd. De vraag blijft wanneer deze suppletoire begroting aan de Staten zal worden aangeboden.