“In vergelijking met de voorlopige relatiesatiecijfers van 2017 zijn de overheidsuitgaven in de begroting 2018 met 125 miljoen toegenomen”, stelt Statenlid Richard Arends van de AVP-fractie. Dit blijkt uit een vergelijking tussen de door de coalitie goedgekeurde begroting 2018 en de uitvoeringsrapportage aan het einde van de laatste kwartaal 2017. “Om deze uitgaven te dekken heeft de regering haar inkomsten in 2018 met meer dan 130 miljoen verhoogd.” Met deze feiten toont het Statenlid Richard Arends dat de aangekondigde crisisheffing niets anders is dan een ‘coalitieheffing’ ter financiering van expansief beleid van het kabinet. Onder de totale uitgaven worden de kosten van de gewone dienst en investeringen in de kapitaaldienst, alsmede de additionele bijdrage aan AZV uit de opbrengsten van de BAZV gerekend.
“Van oprechte bezuinigingen om het tekort van 3% weg te werken bleek echter geen sprake te zijn,” aldus Statenlid Arends. Aan het begin van de begrotingsbehandeling beweerde het kabinet nog dat de uitgaven zouden zijn afgenomen, maar na vijf nota’s van wijzigingen bleken ze juist heimelijk te zijn verhoogd. Op deze manier legt het kabinet deze nota’s van wijziging niet aan het Caft ter advisering voor. De voornaamste uitgavenintensiveringen bevinden zich in personeelsgerelateerde uitgaven en kantoorinrichtingen goed voor een toename van 13 en 17 miljoen respectievelijk vergeleken met de voorlopige realistie van de begroting 2017; investeringsprojecten nemen over het algemeen met 35 miljoen toe, alsmede subsidies met 18 miljoen.
Om dit beleid te financieren houdt de regering rekening met 80 miljoen meer aan inkomsten door de crisisheffing bestaande uit de verhoging van de BBO, BAZV en accijnzen op minerale oliën. Daarnaast rekent de regering op 40 miljoen aan incidentele inkomsten uit dividenden van overheidsvennootschappen, reserves en andere fondsen, alsmede op 5 miljoen meer door de uitgifte van vergunningen, rechten en retributies. Door het totaal ontbreken van enig beleid is het echter niet duidelijk of hier sprake is van een toename in dienstverlening aan het publiek of uit tariefsverhogingen. “Een ding is zeker: de lastenverzwaring voor de bevolking en bedrijven van de BBO, BAZV en accijnzen is uitsluitend ter financiering van de excessieve uitgaven van de coalitie,” legt Statenlid Arends nogmaals uit.
Ter compensatie van deze lastenverzwaring beloofde de regering een verlaging van de de AZV-premie voor gepensioneerden en een verhoging van de reparatietoeslag met 25 florin. Beide maatregelen kosten samen 30 miljoen. Bovendien kan volgens Arends de defiscalisering over het pensioeninkomen tot 100 miljoen oplopen. Zoals eerder gemeld, is het kostenplaatje van dit compensatiepakket even hoog als de kosten van de nieuwe uitgaven. Het kabinetsbeleid legt zo een onverantwoord beslag op de overheidsfinanciën die noch volledig in de begroting 2018, noch in het meerjarenkader zijn opgenomen. “De onvolledigheid van deze begroting is daardoor een van de redenen waarom de AVP-fractie tegen de begroting heeft gestemd,” aldus Statenlid Richard Arends.
De Centrale Bank presenteerde haar economische vooruitzichten voor 2018 een dag na afkondiging van de begroting. Hoewel het overeenkomt met de groeiprognoses die de regering toepast, houdt het geen rekening met de effecten van de crisisheffing, noch met de kosten van het compensatiepakket. Dit betekent dat de beoogde economische groei lager zal uitvallen door lagere bestedingen, alsmede de beoogde belastinginkomsten. Immer, de cost of doing business en de cost of living gaan omhoog. “De kans is dus groot dat het begrotingstekort uiteindelijk hoger zal uitvallen door deze zogenoemde uitverdieneffecten dan de met het CAFT overeengekomen -3,0%, dat 3,5 procentpunten hoger is dan de in de Laft vastgestelde normen.” Over enkele weken zal het definitieve CAFT advies openbaar worden. De vraag is of het CAFT met een vastgestelde begroting 2018 zonder ombuigingen akkoord zal gaan.